Veelgestelde vragen

Vraag 1: Kunnen de kinderen volgen in de middelbare school?

Omdat we de eindtermen als doel stellen, zijn onze kinderen even geschikt voor het middelbaar als kinderen uit andere scholen. Onderzoek heeft dan ook uitgewezen dat er eenzelfde spreiding in het beheersen van feitenkennis is bij kinderen die uit het freinetonderwijs komen in vergelijking met andere kinderen.

Aangezien de kinderen geleerd hebben om hun werk zelfstandig in te delen via planning, kunnen zij daardoor vrij gemakkelijk extra stof tot zich nemen. Omdat de kinderen ook geleerd hebben niet alles wat de leerkracht vertelt of in boeken staat zomaar aan te nemen, zijn ze gewend door te vragen over het wat en waarom. Of om zelf zaken op te zoeken. De kinderen vertonen in het secundair onderwijs duidelijk een betere werk- en studiehouding en zijn vooral sterk in het probleemoplossend denken.

Uiteraard speelt de aanleg van het kind een rol. Ook op onze school krijgen sommige kinderen op het einde van de lagere school dan het advies niet te kiezen voor een ASO-richting. 

Vraag 2: Zijn freinetscholen duurder dan andere scholen?

Freinetscholen zijn niet duurder dan andere scholen. We zijn immers geen privéschool. Onze school wordt, net als alle andere scholen, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.

Naast de financiering van de overheid kan een school, binnen de regelgeving van de maximumfactuur, ouders onkosten aanrekenen. Vele scholen organiseren een wafelverkoop, pensenkermis of eetdag om de kassa te spijzen. Onze school doet dat niet. In de plaats kunnen ouders een vrijwillige maandelijkse bijdrage storten. In het schoolreglement vind je daarover alle verder informatie. 

In een freinetschool doen we veel uitstappen om buiten de school de wereld te ontdekken. In Villa Zonnebloem gaan de kinderen vanaf de kleuterleeftijd ook jaarlijks op bosklassen. Kinderen krijgen dagelijks een stuk biologisch fruit of een koek. Hiervoor krijgen de ouders geen factuur. Dit alles wordt gefinancierd vanuit de school op basis van de overheidssubsidies en de vrijwillige bijdragen.

Vraag 3: Krijgen de leerkrachten van freinetscholen een speciale opleiding?

Onze begeleiders hebben een gewone opleiding voor kleuterleid(st)er of onderwijzer(es) gevolgd.

Eens ze in in onze school werken, volgen ze een speciale cursus methodeonderwijs en is er intern regelmatig overleg.  Er is een samenwerking met andere freinetscholen via bijvoorbeeld de Freinetbeweging Vlaanderen. We werken ook samen met een begeleidingsteam voor methodescholen bij het Gemeenschapsonderwijs.

Vraag 4: Is deze manier van werken haalbaar voor de leerkrachten?

Omdat er veel minder klassikaal wordt gewerkt, wordt er veel organisatietalent en creativiteit van de begeleiders gevraagd. Dit om in te spelen op de ervarings- en belevingswereld van de kinderen. Het idealisme, de wil tot overleg en voorbereidingen buiten de lesuren, een intense samenwerking met ouders, het voortdurend opnieuw op zoek gaan: het is niet voor elke leerkracht haalbaar. Een open geest, een doorgedreven opleiding en begeleiding op basis van samenwerking en evaluatie is dan ook nodig.


Jonge, nieuwe of tijdelijke leerkrachten krijgen de tijd om zich om te vormen. Zij mogen zich in het begin laten bijstaan door handboeken en steunmethodes. Na verloop van tijd, eens de leerstof en de « skills » onder de knie, wordt er van hen verlangd dat ze vanuit de ervarings- en belevingswereld van de kinderen vertrekken.

In een freinetschool spreken we ook van een coöperatief leerkrachtenteam. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor elkaar. Het engagement van een freinetleerkracht gaat veel verder dan de eigen klas.

Vraag 5: Zijn freinetscholen beter dan andere basisscholen?

Er zijn vele basisscholen die prachtig werk leveren en ook  leerling gericht werken. We willen dan ook niet zeggen dat freinetscholen überhaupt betere scholen zijn. Alles hangt af van de interne samenwerking tussen het schoolteam en het schoolwerkplan. Deze weerspiegelt de visie van de school.

Elke school tracht de beste school te zijn. Freinetscholen proberen dat te zijn op basis van de consequente toepassing van hun visie : de freinetpedagogie. Geen enkele school is ooit “af”. Ook ons team probeert het ieder jaar nog beter te doen.

Vraag 6: Is een freinetschool er voor iedereen?

Een freinetschool is een school voor kinderen uit alle lagen van de bevolking en voor alle gezinnen.

Onze school heeft, net als elke lagere school, de eindtermen als doel. Wij hebben een aparte manier (didactiek) om die eindtermen te bereiken en wij stellen het cognitief leren niet als enig zaligmakend doel voor het onderwijs voorop. Anderzijds stellen wij het behoorlijk zelfstandig en sociaal kunnen functioneren van kinderen als voorwaarde om tot dat leren te kunnen komen.  Ouders met de verwachting “het lukt niet in de huidige school, Freinet zal dit oplossen” moeten vaak vaststellen dat dezelfde problemen soms ook terug opduiken in onze school.  

We geloven dat onze manier van werken helend kan zijn voor sommige leerproblematieken, geven ieder kind recht op “zijn” zorg, maar aarzelen niet in gesprek te gaan met de ouders wanneer de zorg de draagkracht overstijgt.  

Vraag 7: Krijgen kinderen in een freinetschool niet te veel vrijheid?

Freinetonderwijs, en dus ook Villa Zonnebloem, staat niet gelijk aan anti-autoritair onderwijs. Het is niet omdat de kinderen de begeleider of directeur met de voornaam aanspreken, dat zij overal en altijd hun zin mogen doen. Integendeel! Je krijgt wel de vrijheid om bewust voor dingen te kiezen, de vrijheid om mee te participeren in de besluitvorming, de vrijheid om op een gefundeerde manier je mening te uiten.

Onze Freinetschool kent heel wat regels. Meestal zijn die regels samen met de kinderen opgesteld of op zijn minst doorgesproken. Praatrondes, klasraden en schoolraden helpen ons daarbij. In plaats van “regels” gebruiken we liever de term “kaders” of “structuren”. De school biedt onze kinderen, binnen bepaalde kaders, vrijheid. Maar vrijheid hangt samen met verantwoordelijkheid en respect. Een school is dan ook een mini-maatschappij en iedere maatschappij kent afspraken. Wie zich daar niet aan houdt, moet zich verantwoorden en draagt daar ook de gevolgen van. 

Zo kunnen de kinderen via planning ook kiezen wat ze eerst willen doen, maar hun werk moet wel klaar zijn tegen een afgesproken datum. Het is dus een gestructureerde vrijheid.

Vraag 8: Wordt er gestraft in een freinetschool?

Ook in een freinetschool zijn orde en discipline belangrijk. De afspraken daarrond worden samen met de kinderen gemaakt. Dat geeft een wereld van verschil, met minder conflictsituaties.

Kinderen maken uiteraard ook ruzie en hebben meningsverschillen. Van kleins af leren we de kinderen om problemen en conflicten op te lossen op basis van wederzijdse dialoog. Niet door de wetten van de sterkste of andere (pest)technieken. Dit doen we vooral in groepsverband en gesteund door een plan voor sociaal leren.

Een consequentie of straf heeft steeds tot doel wat scheefgegroeid is, goed te maken. Of te voorkomen dat bepaalde dingen opnieuw gebeuren. Herstelgericht denken is één van onze basissen. Dergelijke consequenties gaan altijd gepaard met een dialoog met het kind. Consequenties of straffen worden niet eenzijdig opgelegd omdat we dat pedagogisch fout en niet zinvol vinden.

Vraag 9: Worden kinderen niet té mondig in een freinetschool?

De kinderen mogen participeren en kunnen hun mening kwijt op verschillende manieren (praatronde, klasraad, vrije tekst, klaskrant, …). De basis van de communicatie is democratie en verantwoordelijkheid.

Ze kunnen mondig zijn, maar kunnen zich ook schikken bij democratisch genomen beslissingen. Binnen dit democratisch beslissingsgegeven bewaakt de leerkracht dat de “stem van de hardst roepende” of van “de best bespraakte” niet té doorslaggevend werkt. Kinderen zitten ook op dat punt in een leersituatie.

Zij kunnen dus wel mondig zijn, maar leren dit te doen vanuit een probleemoplossende houding.

Vraag 10: Moeten de kinderen evenveel kennen en kunnen als in niet-freinetscholen?

Ook freinetscholen hebben een resultaatsverplichting. Daarvoor moet er aan eindtermen voldaan worden die door de overheid worden opgelegd.

Op het einde van de lagere school moeten de kinderen kennis hebben en de vaardigheden bereiken die in ons leerplan worden voorgeschreven.

In een freinetschool is de manier waarop we dat proberen te bereiken anders. We vertrekken niet vanuit voorgeprogrammeerd handboeken, maar nemen de dagelijkse ervaringen en interesses van de kinderen als uitgangspunt. Dat wordt dan gekoppeld aan het leerplan en waar nodig aangevuld.